De inflatieschok van 2022, toen prijzen in Nederland met gemiddeld 10 procent stegen, heeft een reactie uitgelokt waarbij lonen en uitkeringen een inhaalslag hebben gemaakt. Dat is ook te zien bij de ontwikkeling van de AOW-uitkering.

De inflatie is inmiddels in rustiger waarwater terecht gekomen, waarbij in de eerste maanden van dit jaar sprake is van een gemiddelde prijsstijging van rond de 3 procent op jaarbasis. Vergeleken hiermee stijgt de AOW per 1 juli 2024 relatief hard.

De Sociale Verzekeringsbank heeft deze week de exacte bedragen van de AOW-uitkering vanaf juli gepubliceerd. Dat is niet alleen relevant voor gepensioneerden, maar ook voor werkenden die nog pensioen opbouwen. De AOW is immers één van de pijlers van het pensioeninkomen, naast bijvoorbeeld het pensioen dat via een werkgever wordt opgebouwd.

Voor werknemers en zelfstandigen die naast de AOW aanvullend pensioen opbouwen, is het handig om te weten hoe hoog de netto uitkering van het staatspensioen is. Dan kun je vervolgens een schatting maken van je totale pensioen op basis van de verdere opbouw via een werkgever, of met een eigen pensioenpot.

We nemen de belangrijkste ontwikkelingen rond de AOW-uitkering hieronder door, waarbij zowel de bruto-uitkering aan bod komt als wat daar netto van overblijft.

AOW per 1 juli 2024: bruto en netto

De AOW kent twee varianten: een uitkering voor alleenstaanden en een uitkering voor iemand die getrouwd is of samenwoont. De uitkering voor een alleenstaande is hoger dan de uitkering voor iemand met een partner.

In de tabel hieronder geven we eerst de opbouw van de uitkering voor de alleenstaande en vervolgens wat iemand ontvangt die samenwoont of gehuwd is.

Het gaat om de bedragen die per 1 juli 2024 gelden, waarbij we het verschil tussen de bruto- en de netto-uitkering weergeven. Voor de vergelijking hebben we ook de AOW-bedragen van januari 2024 en juli 2023 toegevoegd, aangezien de AOW elk halfjaar wordt aangepast.

Een aantal dingen vallen op:

  • De stijging bij de hierboven getoonde netto-AOW-uitkeringen is voor alleenstaanden en voor samenwonenden/gehuwden ongeveer 7,8 procent, als je de bedragen per 1 juli 2024 vergelijkt met die van juli 2023. Ofwel: het verschil op 12-maandsbasis.
  • De bovenstaande uitkeringen zijn zonder het vakantiegeld. Dat komt in juli 2024 voor een alleenstaande AOW'er te liggen op 78,34 bruto per maand en voor een samenwonende/gehuwde op 55,96 euro per maand.
  • In de bovenstaande tabellen is er een verschil tussen de netto-AOW inclusief en exclusief de loonheffingskorting. Dat is een bedrag dat in mindering gebracht mag worden op de te betalen loonbelasting. Wie alleen een AOW-uitkering heeft, kan de heffingskorting daarop toepassen en betaalt daardoor minder belasting over de bruto AOW-uitkering. Hierdoor ligt de netto uitkering inclusief de loonheffingskorting hoger.
  • Ouderen die naast de AOW een aanvullend pensioen van de werkgever krijgen, moeten kiezen op welke uitkering ze de loonheffingskorting toepassen. Deze belastingkorting wordt doorgaans met één uitkering verrekend: dat kan de AOW-uitkering zijn, of een aanvullende pensioenuitkering. Pas je de heffingskorting niet toe op de AOW-uitkering, dan betaal je daar dus meer belasting over en is de netto-AOW lager.

Kijk je naar de netto bedragen dan ontvangt een alleenstaande AOW'er exclusief de loonheffingskorting vanaf 1 juli 2024 afgerond 1.188 euro per maand. Inclusief de heffingskorting gaat het om afgerond 1.486 euro per maand.

Iemand die samenwoont of gehuwd is, krijgt vanaf juli een netto-uitkering van ongeveer 807 euro per maand exclusief de loonheffingskorting. Inclusief de heffingskorting gaat het om 1.011 euro per maand.

Zoals te zien is in de tabellen, komt de netto-uitkering inclusief de loonheffingskorting op jaarbasis 107 euro per maand hoger uit voor de alleenstaande AOW'er in juli 2024. De gehuwde/samenwonende gaat er 72 euro per maand op vooruit.

LEES OOK: Dick Schoof wordt de oudste na-oorlogse premier van Nederland: als 67-jarige heeft hij ook recht op AOW én pensioen